In een vroeg stadium dient rekening te worden gehouden met het toepassen van isolatie en de daarvoor benodigde ruimte. Uitgaande van de stelregel dat de minimale vrije ruimte om een geïsoleerde leiding 50-75 mm is, dient met een voorlopig ontwerp de breedte van bijvoorbeeld pijpenbruggen te worden bepaald. Afhankelijk van de bedrijfstemperaturen zal het meest geschikte isolatiemateriaal gekozen worden. Voor het isoleren van appendages zijn er 3 systemen. Elk materiaal heeft zijn eigen specifieke eigenschappen, waarbij vooral de flexibiliteit en onderhoudsvrijheid van isolatiematrassen ten opzichte van de andere isolatievormen een groot voordeel zijn.


Geprefabriceerde PU en EPP isolatie. In de markt worden geprefabriceerde en demonteerbare schalen aangeboden voor bepaalde type afsluiters. De schalen zijn o.a. gemaakt van PU (Polyrethaan) en EPP (Expanded Poly Propylene). Het concept is dat voor een bepaalde type afsluiter een standaard isolatiekap wordt geprefabriceerd. Gezien de maximale temperatuursbestendigheid is dit systeem alleen geschikt voor C.V. en warm tapwater.

Een nieuwe C.V. verdeler bestaat over het algemeen uit diverse c.v. groepen (kringen). Deze kringen zijn gevormd door verschillende type afsluiters, driewegkleppen, drukregelventielen, terugslagkleppen en pompen, met vervolgens ook nog onderling verschillende DN maten. Afhankelijk van de ruimte worden de lastige leidinggedeelten, welke dicht bij een afsluiter of appendages zitten wel, niet of slechts gedeeltelijk geïsoleerd met standaard leiding isolatie. Vaak is er geen geïsoleerde schuimkap voor driewegkleppen, vlinderkleppen en pompen beschikbaar. Als er toevallig wel afsluiters in de C.V. verdeler worden gebruikt waarvoor een isolatiekap beschikbaar is, moet de aanwezige leidingisolatie wel perfect aansluiten op deze isolatiekap. Aangezien de ruimte rond een afsluiter vaak beperkt is door kabelgoten, steunen, te dicht op elkaar gemonteerde appendages, moet al snel de zaag worden gepakt om delen aan te passen. Dit resulteert in erg slecht passende isolatiekappen met veel warmteverlies. In de praktijk ziet men dat deze isolatiekappen slechts incidenteel gebruikt worden en dat vaak nog vele appendages resteren die niet-geïsoleerd zijn. Voor het na-isoleren van appendages in een bestaande isolatie wordt dit systeem zelden gebruikt.

Aluminium plaatkappen Deze isolatievorm heeft het voordeel ten opzichte van de PU kappen dat een aluminium plaatkap maatwerk is. Meestal wordt gebruik gemaakt van eierkistsluitingen om een en ander demontabel te maken. Desondanks heeft dit systeem beperkingen:
-  Grote warmtegeleiding door contactwarmte met leiding of steunen, waardoor de buitentemperatuur van de aluminiumplaatkap
   vaak te hoog is.
-  Vaak onvoldoende aandacht voor de isolatie waarmee de aluminium plaatkap gevuld moet worden.
-  Lastig te demonteren, vooral als er gebruik is gemaakt van popnagels en parkers tijdens de montage.
-  Contact met de glas- of steenwolisolatie onder plaatkap, wat onprettig is en huidirritatie kan veroorzaken.
-  Lastig te herplaatsen door een niet deskundig isoleerder, waardoor appendages ongeïsoleerd blijven.

Isolatiematrassen Ten opzichte van de bovenstaande isolatiemethoden biedt het isolatiematras de minste beperkingen:
-  Ieder isolatiematras is maatwerk en afhankelijk van de ruimte wordt de dikte van de isolatie bepaalt, waardoor hermontage eenvoudig is.
-  Appendages en onderdelen als ketelfronten, mangaten en warmtewisselaars eenvoudig geïsoleerd.
-  Door het gebruik van glasweefsel in combinatie met synthetische weefsels is de slijtagekans bijna nihil.
-  Glas is een slechte warmtegeleider, waardoor de buitentemperatuur van de isolatiematras ten hoogste handwarm is.
-  Aangezien de steenwol isolatie tussen twee lagen weefsel zit, komt men hiermee niet direct in aanraking.
-  Uitstekende isolatiemethode voor ruimtes waar men met een warmte probleem te maken heeft.
-  Isolatiematrassen zijn onderhoudsvriendelijk en kunnen in eigen beheer ge(de)monteerd worden.


Afsluiters, leidingen en appendages met isolatiegebreken Hoewel het met de kwaliteit van leidingisolatie over het algemeen meevalt, treft men bij vrijwel ieder bedrijf wel enkele isolatie gebreken aan, zoals:
-  Isolatie die na een reparatie niet weer is aangebracht
-  Met opzet niet-geïsoleerde leidingen, omdat ze ongeïsoleerd als ruimteverwarming zouden dienen
-  Niet-geisoleerde leidingen en appendages, omdat bij reparatie isolatie als tijdrovend wordt ervaren

Het feit dat afsluiters, leidingen en appendages niet of slecht geïsoleerd zijn, kan meerdere oorzaken hebben: -  Onderschatten van het energieverlies, waardoor er geen aandacht wordt besteed aan isolatie.
-  Ontbreken aan kennis, ten aanzien van isolatievormmen, bij adviseurs en installateurs.
-  Ontbreken aan de financiële middelen en budget.
-  Andere prioriteiten en keuzes op gebied van besparingen.
-  Ontbreken aan de deskundigheid om energieverlies concreet aan te kunnen tonen, door middel van een onderbouwde kosten- en
   baten analyse.
-  Installatiedelen zitten zodanig dicht bij elkaar gemonteerd dat goed isoleren bijna niet mogelijk was.
-  Ongeïsoleerd opgeleverd na nieuwbouw door aannemer zonder isolatiekennis.

Besparen op isolatie is beslist een verkeerde vorm van zuinigheid. De terugverdientijd van Thermatras® appendage isolatie in C.V. installaties varieert van 2 tot 4 jaar.